PodNL is gratis maar niet goedkoop. Wil je ons steunen? Neem dan je...
Het Wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach is voor muzikanten en componisten een hoeksteen in de muziekgeschiedenis. Pianist Jacqueline, voorheen Frederique, heeft aan 48 Nederlandse componisten gevraagd een ‘antwoord’ te schrijven op één van de twee maal 24 preludes uit het Wohltemperierte Klavier (boek 1 en 2) van Johann Sebastian Bach (https://www.nporadio4.nl/componisten/e99952a5-46c4-49cc-9f79-224cd2765754/bach-johann-sebastian). Met deze nieuwe pianocomposities geeft zij tal va...more
Samuel Vriezens compositie 'Chop.' antwoordt niet direct op Bach maar op Chopin, die zelf in zijn preludes ook weer op Bach antwoordde. Vriezen vindt Bachs chromatiek fameus knoestig en Chopins chromatiek charmanter, maar extremer. Zijn chromatiek is...
Toek Numans Prelude voor BWV 891 is een pre-prelude. Als een droom vlak voor het ontwaken, als een nevelige voorbode, met de eerste contouren van wat komen gaat. Bach’s Prelude in bes-klein is de dag die begint.
Met roots op Java is het gamelaninstrumentarium voor Sinta Wullur nooit ver weg. Met de gong in het lage register, en de soms virtuoze passages in de hogere regionen. De compositie ontvouwt zich door van Bach’s noten in de Prelude in D, BWV 850, consequent de eerste en derde tel van de maat te gebruiken.
Alsof het al 300 jaar eerder heeft moeten klinken sluit Sylvia Maessens Bach Continued direct aan bij het voorbeeld, de Prelude in c-klein, BWV 871 uit het Wohltemperierte Klavier Boek II. Het stuk ontwikkelt zich quasi improviserend met Bachs idioom in het achterhoofd en eindigt in een daadwerkelijke improvisatie.
Een droom binnen een droom binnen een droom: zo heeft David Dramm het stukje J.S. voor piano bedacht. De eerste dromer is J.S. Bach zelf, componist van de vijfde prelude in D uit het Wohltemperierte Klavier. Maar daarbij komt W.A. Mozart, die tijdens het improviseren van een cadens in zijn Pianoconcert nr. 17 ineens aan het stuk van Bach denkt. In Dramms’s droom zweven de noten van beiden rond op een nog altijd net niet te vangen manier.
De ‘groove’ is goed te horen in dit ritmische, swingende stuk dat net geen boogie-woogie wil worden. Klappen, stampen, improviseren: van alles kan er gebeuren. In het middendeel verandert de sfeer in een Gershwin-achtig ‘bluesy’ thema. Uiteindelijk mondt dit rustige deel toch weer uit in een flard van een boogie: het eindigt even ‘high energy’ als het begon.
Anthony Fiumara schrijft over zijn stuk ‘Five from the Top, Three from the Bottom but only two from the middle’: ik gebruikte voor dit stuk als basis Bachs akkoorden uit zijn Prelude in cis en maakte er een kleine catalogus van. De titel is een lang verhaal...
Eef Kleine schreef 'To the point' - een verzameling korte fragmenten, afgesloten met puntjes. In muzieknotatie kan een punt diverse betekenissen hebben. Achter een noot: met de helft verlengen; boven of onder een noot: kort spelen; contrapunt - een muzikaal verband tussen twee noten. Twee punten achter een noot verlengt bovendien met de helft van de helft. De hele compositie is kort en doeltreffend.
In de originele G-KLEIN-PRELUDE van Bach worden alle tonen van de chromatische toonladder tenminste één keer gebruikt, op één na, de CIS. In PRELUDE van Jacques Bank, die ook in g-klein staat, ontbreekt de CIS ook. Behalve aan het slot. Dan klinkt hij met veel nadruk en onverwacht als laatste noot.
Lorre Trytten: De prelude van Bach in dis klein - wanneer zeer langzaam gespeeld - heeft ongelofelijk veel dissonantie en hartstocht. Daarop heb ik mijn eigen compositie geïnspireerd. Ik leende de herhaalde versiering, en maakte het middenstuk iets minder serieus. Omdat ik de uitvoerende musicus al kende, heb ik getracht haar sterke punten in het zonnetje te zetten.
Ab Sandbrink componeerde Postlude. Een Postlude, een contrasterend maar even kort pianostuk als de Prelude in c-klein, BWV 847 van Johann Sebastian Bach. De klank c is vrijwel continu aanwezig maar ook de kleine terts, de es.
In 'Klänge in H' van Bart Spaan komen vele zwarte toetsen voorbij en een enkele witte: voornamelijk 'e' en 'b'. Een paar `tussendominanten’ klinken, afkomstig uit Bachs Prelude in B-groot, maar ze slaan niet altijd de correcte weg in. De klankenregen raakt gaandeweg de 'b' als grondtoon kwijt...
Caroline Ansink liet zich in haar muzikale taal sturen door een wiskundig principe deze keer. Net zoals Bach dat (vaak) deed. Veel herhalingen waardoor het een minimal karakter krijgt, maar toch.... Sdamse Plude is een hommage aan Ton Koopman, de Bach-promotor avant la lettre.
De compositie 'Bron' van Kristján Martinsson staat in Fis-majeur, dé fascinerende tegenpool van C-majeur. Rode draad van het stuk is een voortgang via een ostinato in secundes op de zwakke maatdelen. Bach als bron en Bron als bron.
Dante Boon schreef 'C#', verwijzend naar Bachs Prelude in Cis BWV 872. De compositie bestaat uit drie korte delen. Het laatste deel is een gevarieerde herhaling van het eerste. Het korte tweede deel bestaat uit twee lange noten. Slow-music, zonder enige haast.
Evenals in Bachs Bes-prelude, wervelen de muzikale ideeën in Zimmermans prelude je om de oren. Melodie, ritmiek, harmonie, dynamiek, klankkleur - energie spat ervan af. Bij beide componisten hoor je de pianist flink aan het werk.
In het kielzog van Bach’s prelude in B bewegen statige processies van akkoorden zeer langzaam omhoog. Oorebeeks akkoorden zijn zorgvuldig samengestelde harmonieeën die beginnen waar Bachs prelude eindigt. Steeds hoger klimmend en verder wegtrekkend van dat B-akkoord eindigen ze in nieuwe transparanties, met diep in de bas een wat desoriënterende noot Cis die als een pijl naar een nieuw vertrekpunt wijst.
Treurig, eenzaam en stervend, die sfeer heeft Jasper Bon verklankt. Geïnspireerd door de Russische pianist Sviatoslav Richter. Een licht in de duisternis met energie-uitspattingen, maar een vredig einde.
De toonsoort es mineur werd en wordt niet vaak gebruikt. Bach’s noten in de prelude BWV 853 zijn langzaam en introvert, intiem. George Beentjes probeert die sfeer te reflecteren. De titel Lamento – in de 17e eeuw geïntroduceerd als antwoord op koorzang met krachtige emotionele lading uit de klassieke Griekse Tragedie - lijkt hier goed bij te passen.
Met Chiaroscuro heeft Willem Jeths de grenzen tussen schaduw en licht verklankt, vergelijkbaar met clair-obscur in de beeldende kunst. Kortere en langere noten, repeterend, niet veel hoger of lager, hier en daar een aanlichtende ster die verrast door zijn luidheid. Het lage slotakkoord moet zo lang klinken tot je het niet meer kan horen, of in de donkerte verdwenen is. En via dat Cis-akkoord is er binnen het 24preludia-project een link met Bachs Prelude in Cis-groot, BWV 848.
Veel preludes van Bach zijn bedoeld om op te dansen. Lorre Trytten schreef een tango. Met dezelfde noten als het uitgangspunt. Misschien hoort u in deze tango een gesprek tussen de linker- en rechterhand, tussen pianist en publiek? Componist en pianist? Heden en verleden?
Boogie-woogie = een ritmisch patroon in de linkerhand van de pianist = het geluid van de wielen van een trein = Chicago-blues = emotie. Loek Dikker neemt het instorten van de twee torens, nu Ground Zero-New York, letterlijk. Zijn frustratie daarover is goed hoorbaar in de laatste minuten. De link met de prelude van Bach is de toonsoort: Bes-groot. Volkomen logisch voor een instrumentale blues, aldus Loek Dikker.
C groot/of majeur is de meest voorkomende toonsoort op aarde. Op de piano alleen witte toetsen. Joost van Son geeft zijn prelude grandeur door eerst de fis, een zwarte toets, en later de zgn. Petrushka-akkoorden te gebruiken, ooit heel dissonant. Na een herhaling lost die korte passage op in het consonante A majeur, en daarna a mineur (weer alleen witte toetsen). De compositie eindigt met het beginthema: gebroken drieklanken van het C-akkoord, een must voor iedere pianist. Joost van Son: 'Tonal...more
Een essentieel aspect van Andriessens muziek is het ritme. De Fanfare voor piano solo is bedoeld om de processie van traag voorbij stappende Nederlandse collega’s aan te kondigen en te ondersteunen. Langzamer dan ooit en na een kort citaat van Bach’s prelude in A lijkt het alsof de maestro zelf terugtreedt. Het eindigd welbewust met een dissonant, majeur en mineur tegelijk. Hij schreef deze compositie op verzoek, en speciaal voor het begin en einde van het 24preludia-project (2018).